zondag 25 februari 2018

Zondag: bij-tank-dag

Té laat...! Vééél te laaat...!

De Pruisische legerleiding was duidelijk niet voorbereid op de Britse tankovermacht nadien aangevuld door de Franse, en beschikte slechts over pantserauto's inferieur in de loopgravenoorlog...

De enige tanks aanvankelijk in gebruik door het Duitse leger waren vooral buitgemaakte Britse exemplaren, de zogenaamde "Beutetanks" die opgelapt werden in bezette constructiewerkplaatsen te Charleroi. Er werden zelfs Britse Mark-tanks nagebouwd en verbeterd (?) met o.a. Daimler motoren.  Als inhaalbeweging werd januari  1917 het prototype van de A7V in opdracht van de Pruisische "Abteilung 7 Verkehrswesen" ontwikkeld door ingenieur Joseph Vollmer in de "Daimler-Motoren-Betriebe" te Berlijn gedemonstreerd. Slechts een 20-tal van de 100 bestelde echte 'rijdende forten' van eigen makelij konden van Duitse zijde uiteindelijk ingezet in de lente van 1918. De lompe en loodzware A7V's  (30 ton! snelheid tussen 4 en 16 km/uur!) bleken algauw weinig efficiënt... 

De Duitse A7V tank "Wotan"sneuvelde als eerste... de enige originele nog bestaande is de "Mephisto" die door de Australiërs is buitgemaakt en nu in het "Australian War memorial" in Canbera als trofee staat opgesteld. 

Een legendarische confrontatie gebeurde op 24 april 1918 tijdens de eerste tank-tegen-tankslag ter wereld nabij het Franse Villers-Bretonneux : drie Britse Mark IV tegenover 3 Duitse A7V tanks... De meest 'tragische' confrontatie was deze tussen de Duitse A7V tank "Mephisto" (zowel Britse, Franse als Duitse tanks kregen toen een bijnaam) en een Britse Mark-IV tank, die uitdraaide op een fiasco voor de Duitsers: de tank reed zich eerst vast en kipte daarna gewoon omver in een bomkrater... 
De enige 'succesvolle' Duitse tank was de "Nixe" (de 'Meermin') - deze schakelde nabij Cachy van 3 Britse Mark-tanks er 2 uit, alvorens de bemanning onder hevig Brits machinevuur hun voertuig moesten verlaten en sneuvelden... 

De tank was dus naar de mening van de Duitsers zeker niet onoverwinnelijk en men sloeg de militaire gebruikswaarde ervan daarom niet zo hoog aan. Aan Duitse kant meende men dat de tank wel degelijk te bestrijden was, als men er maar in slaagde oprukkende tanks en vijandelijke infanterie van elkaar te scheiden. Daarna konden geïsoleerde tanks worden aangevallen die voor zware mitrailleurs zeer kwetsbaar bleken. Het gevolg was dat Duitsland geen haast zette achter de productie van tanks. Dit was één van de oorzaken van de Duitse nederlaag. De tot aan de overgave op 11 november aanslepende productie van de door het Duitse leger in 1918 ontwikkelde eigen lichte "Kampfwagen LK I" & "LK II" werd op het einde van de Eerste Wereldoorlog onmiddellijk stopgezet. 
(verzameling Guido Deseijn alias Leflamand)

Hierboven het prototype van de lichte "Kampfwagen LK I" met machinegeweer in de draaibare toren en hieronder de lichte  "Kampfwagen LK II" geïnspireerd op de Franse Renault FT17