zondag 2 april 2017

Zondag: bij-tank-dag

Toen de Britten in de herfst van 1916 voor het eerst tanks inzetten tegen de Duitse stellingen was de beroering groot. De Duitse legerleiding geloofde immers niet in het ontwikkelen van dergelijke oorlog-tuigen. Reden waarom slechts naar het einde van de Eerste Wereldoorlog toe door de Duitse militaire leiding ontwikkelde tanks van eigen makelij op het strijdtoneel verschenen. Niet dat men van Duitse zijde in 1918 geen tanks kende en gebruikte - maar dit waren op de Engelsen buitgemaakte exemplaren die naar Duitsland waren getransporteerd, op technologie bestudeerd en hersteld, en nadien door de haastig opgerichte 'Panzerwaffe' afdeling met eigen camouflagekleuren (en het bekende 'Eisernes Kreuz' of 'Duits kruis' ter onderscheid) tegen de Geallieerden zijn gebruikt. Tot eind september 1918 zijn er In totaal zo'n 170 nog bruikbare Britse 'Mark IV' tanks buitgemaakt - waarvan slechts 36 konden hersteld (met wisselstukken uit de te verschroten rest). Dit tegenover 20 eigen ontworpen en geconstrueerde 'A7V Panzer' modellen op het einde van 1918 - die dus als véél te laat geen enkele invloed meer hadden op het verloop van de oorlog...

Wie er blijkbaar naar het einde van de Eerste Wereldoorlog ook vlug bij was om de 'Beutepanzer' als schaalmodel te produceren was de bloeiende Duitse speelgoedindustrie in Neurenberg. 
Dit type oorlogstuig - wel in 'Duitse' patriottische versie - zal vermoedelijk al in productie gegaan zijn vóór eind 1918. Nadien (toen ze de oorlog verloren hadden...) zal er minder vraag naar zijn geweest bij de Duitsers... De fabrieksmatige aanmaak blijkt uit de zorgvuldige vormgeving (weliswaar nog hoofdzakelijk in hout gezien de schaarste van metaal toen) en het voorzien van een rudimentair 'mechanisme' met wielen (zie onderzijde). Als vermoedelijke fabrikant kan de firma Steiff worden verondersteld - deze was bekend als gebruiker van hout (met hier en daar een zeldzame plaatijzeren versteviging), ook bij zijn ander speelgoed (treinen, auto's...). Gegoten ijzeren, tinnen of aluminium exemplaren waren duur en zeldzaam, en blikken speelgoed kwam slechts later...
(verzameling Guido Deseijn alias Leflamand)